SPELREGELS 8 BALL

HET SPEL

Doel van het spel is dan wel bal 1 t/m 7 (‘hele’) of bal 9 t/m 15 (‘strepen’) en vervolgens de zwart 8-ball in de gaten te spelen. Alle ballen moeten tevoren worden gecalled.
De ballen worden opgelegd met de voorste bal op de footspot, de 8-ball in het midden en op de hoeken links en rechts een ‘hele’ en een ‘streep’. De rest maakt niet uit.
De speler die de toss gewonnen heeft mag opstoten, waarbij hij de witte bal van achter de ‘headstring’ op het pack dient te spelen. Hierbij dient een bal gepot te worden of tenminste 4 ballen richting de kopband worden gespeeld.

Worden er bij de break 1 of meerdere ballen worden gepot mag de speler doorgaan, zoniet is zijn tegenspeler. Bij de break hoeft niet gecalled te worden.
Bij het eerste schot ná de break is het altijd ‘open table’, d.w.z. dat nog niet bepaald is wie de hele of strepen gaat spelen. Dit is ook zo als een speler één of meer ballen heeft gepot in de break. De keuze (‘hele’ of ‘gestreepte’ ballen) wordt pas bevestigd waneer een speler ná de break een bal correct heef gepot. Zolang het ‘open table’ is hoeft een speler niet eerst een hele of streep te raken en mag hij zelfs via de 8-ball een andere ball callen.

Wordt in de break de 8-ball gepot, dan mag de speler die gestoten heeft bepalen of hij opnieuw wil breaken of dat de 8-ball terug komt op de spot. Hij blijft dus aan de beurt.
Verdwijnt de witte bal bij de break van tafel, dan krijgt zijn tegenstander een ball-in-hand achter de headstring. Dit is alleen zo direct na de break.

FOULS (=FOUTEN)

  • De witte speelbal of een objectbal uit de tafel stoten;
  • De speelbal met iets anders dan de pomerans raken;
  • De speelbal twee keer raken;
  • De speelbal ‘duwen’ i.p.v. stoten;
  • Geen band raken, nadat een objectbal geraakt is (zonder dat een bal in een pocket verdwijnt).
  • Een foul wordt altijd bestraft met een ball-in-hand, de speelbal mag op elke plaats op de tafel worden neergelegd. Een speler mag nooit twee keer.
  • Ballen die van tafel zijn verdwenen, danwel gepot met een foul of uit de tafel gesprongen, komen niet terug.
  • Alle ballen moeten vooraf worden ‘gecalled’, d.w.z. dat een speler tevoren moet aangeven welke bal hij in welke pocket gaat spelen. Hij hoeft niet uit te leggen hoe, dus via welke banden of andere ballen. Als hij mist mag hij dezelfde bal in de volgende beurt in een ander gat callen. Valt de bal in een verkeerde pocket blijft deze weg, maar gaat de beurt wel over. Dit is geen foul.
  • De beurt eindigt als een speler een bal mist of een foul maakt.

EEN SPELER VERLIEST HET FRAME:

  • Als hij een foul maakt terwijl hij de 8-ball pot;
  • Als hij de 8-ball in de zelfde stoot als waarin hij de laatste objectbal van zijn groep pot;
  • Als de 8-ball van de tafel springt;
  • Als de 8-ball in een andere pocket als aangeduid valt;
  • Als de 8-ball wordt gepot terwijl dit niet de gecallde bal was.

Wanneer er een foul wordt gemaakt waarbij de 8-ball niet van het speelveld verdwijnt is dit géén verlies van het frame.